Voor de geboorte is de gehoorgang van de foetus al ontwikkeld en kan het  al geluiden horen, zoals de stem van de moeder. Vanuit dit horen van geluiden, ontwikkelt het kind een luisterhouding. Dat betekent dat het kind de aandacht leert richten op geluiden om er betekenis aan te geven. Ook spraakklanken zijn geluiden, maar wel geluiden die sterk op elkaar lijken en dus moeilijk te onderscheiden zijn. Desondanks kunnen baby’s al vlak na de geboorte klinkers herkennen en al vrij snel daarna leren kinderen onderscheiden welke klankcombinaties veel voorkomen in de moedertaal.

Een kind dat fit is, een goedontwikkeld gehoor heeft, kan zich dus richten op gesproken taal. Bij ziekte of slaapgebrek of kenmerken van ADHD is deze auditieve aandacht veel minder aanwezig en is het leren van spraak en taal dus vaak ook moeilijker.  Ook de geluiden uit de directe omgeving zijn bepalend voor de luisterhouding van een kind. Een drukke omgeving, bijvoorbeeld als er veel gepraat wordt of een TV aanstaat, is niet bevorderlijk voor een goede auditieve aandacht van het kind.